Judah Ben Hur en Messala Octavius zijn beste vrienden, die samen opgroeiden in het huishouden van Hur in Jeruzalem, onder de Romeinse bezetting. Dan wordt Messala weggerukt uit de Hur-familie door zijn van hem vervreemde vader, een Romeinse senator, die aandrong op een militaire opleiding in Rome. Jaren later keert Messala terug naar Jeruzalem, waar hij belast wordt met de leiding van het Romeinse garnizoen. Ben Hur, nu een succesvol ondernemer, is verloofd met Esther. Maar er breekt een opstand uit tegen de Romeinse overheersing op de dag dat Pontius Pilatus, de prefect van de provincie Judea, aankomt in Jeruzalem. Messala die belast is met de bescherming van Pilatus, beschuldigt ten onrechte de familie Hur van het aanzetten tot de opstand. Messala wil een publiek voorbeeld stellen door Judah in slavernij te brengen en zijn moeder en zuster naar de gevangenis te sturen.